Vogeltrek

Vogeltrek

Een van de meest fascinerende en indrukwekkende verschijnselen in de vogelwereld is wel de Vogeltrek. Wat beweegt vogels, groot en klein, om honderden, zo niet duizenden kilometers te trekken naar een andere plek? Wie geeft het signaal voor deze massale verhuizing? En hoe vinden zij hun weg naar die verre plek (en terug)? Dat houdt vogeldeskundigen al honderden jaren bezig. Tegenwoordig kennen we de rol die de sterren en het aardmagnetisme in dit proces spelen. Dankzij uitvindingen zoals GPS-loggers en geolocators krijgen
we ook steeds meer inzicht in de routes en de rustplaatsen die de vogels onderweg kiezen.

Ooievaars, Kraanvogels en Roofvogels trekken de meeste aandacht door hun formaat en de grote aantallen die
zwevend op de thermiek hun weg zoeken. Maar laten we de kleine soorten niet vergeten, die in ongekende aantallen duizenden kilometers afleggen. Wat te denken van de kleine Fitis, die maar liefst 13.000 kilometers aflegt? Of die fantastische zanger, de Nachtegaal, die niet terugdeinst voor een tocht van 4.000 kilometer.

De grootste trekroutes in het Westen lopen via Zuid-Zweden (Falsterbö) en de Waddenzee naar de zee-engte bij Gibraltar. Om daarna hun risicovolle tocht over de Sahara voort te zetten. In Oost-Europa kiezen trekvogels juist voor de Bosporus bij Istanboel om via de Middellandse Zeekust naar Afrika af te zakken.

Belangstellenden zijn welkom voor deze lezing op donderdag 19 juni. Toegang is gratis.